We gaan even terug in de tijd en starten het boerenleven na WO 1. (1914—1918) In deze 4-jarige oorlog was Nederland neutraal gebleven en al spoedig begon het leven op gang te komen. Veelal breekt er na een oorlog een nieuw tijdperk aan. Zo ook in Nederland. OP allerlei gebied kwamen er nieuwe ontwikkelingen op ons af. Zoals de auto, landbouwmachines, aanleg waterleiding net, telefoon, radio enz.
De jaren 20 van de vorige eeuw waren jaren van voorspoed voor het gehele bedrijfsleven en dus ook voor de landbouw in zijn geheel.
De naam landbouw of de agrarische sector is een verzamelnaam van diverse doel groepen, zoals b.v. varkens en kippen houderij, veehouders, tuin en landbouw enz. enz.
In dit verhaal wil ik mij beperken tot de veehouderij vaak aangeduid met “de boeren”
Na WO 1 kwam er een jongere generatie boeren, zij gingen mee in de welvaart en ontvingen redelijke prijzen voor hun producten. De jongere boeren kochten vaak de boerderij, vee en inventaris van hun ouders. Die gingen dan rentenieren.
Natuurlijk hadden deze jonge boeren geld nodig om het bedrijf en vee en inventaris te financieren. De banken en verzekeringmaatschappijen verstrekten de benodigde middelen.
Zo was de waarde van een melkkoe in die tijd ca. 850 gld. Vele jonge boeren hadden dus een aanzienlijke schuld maar door de goede prijsontwikkeling was dat geen bezwaar.
Wat gebeurde er echter. In 1929 vond de beurscrash in Amerika plaats. De gehele economie stortte wereldwijd ineen. Er ontstond een grote werkeloosheid en prijzen van alle producten daalden erbarmelijk. Zo ook in de veehouderij.
Zo was b.v. een goede melkkoe met een voormalige waarde van 850 gld. Nu nog maar 150 gld. waard. Ook de prijs van melk en vlees daalde naar een diepte punt, de laagste prijs voor melk was 3 cent per liter terwijl dit 10 of 12 cent moest zijn.
De veehouders geraakten in grote moeilijkheden en velen konden de rente en aflossingen niet meer betalen. De banken zochten naar een oplossing en kochten bedrijven van de veehouders, waarmee die zijn schulden daarmee kon aflossen. De boeren konden dan hun voormalig bedrijf weer terug huren van de bank. Dit heeft natuurlijk enorm veel stress gegeven.
De banken en verzekeringen maatschappijen namen de bedrijven over voor de toen sterk gedaalde prijzen!! Zo bezat b.v. verzekering mij “Het Hoge Huys” ca. 120 boerderijen.
Na de beurscrash in 1929 zijn daaropvolgende jaren tien jaar de “dertiger jaren” de geschiedenis ingegaan als de “crisis jaren” en dan wist iedereen wat er werd bedoeld.
De dertiger jaren hebben dus veel impact op de boeren gehad en dat heeft ze jarenlang achtervolgd en belemmerd om weer geld van de bank op te nemen. Men was steeds bang van “ja maar het kan weer slechter worden” .Dat heeft ook de ontwikkeling en vernieuwing vertraagd. Zelfs na WO2 was dat nog merkbaar.
1940 -1945 Nederland was door Duitsland bezet. WO 2
Tijdens WO.2 werd er een enorm beroep gedaan op de boeren. Van de boeren werd verlangd dat zij voldoende voedsel voor de bevolking zouden produceren. Zij moesten van de bezetter het alle geproduceerd voedsel ter beschikking van de overheid stellen. Echter de bezetter vorderde ook paarden en ander gerij van de boer.
De import van graan, o.a. tarwe en mais, kwam direct na de bezetting tot stilstand, terwijl ons land dat juist nodig had om alle monden te vullen. Wij importeerden graan uit Argentinië, USA en Canada. De inlandse tarwe werd vermengd met de buitenlandse om een betere bak kwaliteit te krijgen. Nederland had voor zichzelf ook een tekort aan granen. Maar door de oorlog viel de import weg en moest men met eigen productie aan de behoefte voorzien. Door de bezetter werd aan de boeren een verplichte scheurplicht opgelegd om meer graan te kunnen verbouwen. Met scheurplicht wordt bedoeld dat grasland wordt omgeploegd zo dat er landbouw op gepleegd kan worden. Doordat er grasland werd omgezet in bouwland konden de veehouders minder koeien houden en daalde de melkproductie. Ook de import van veevoeder grondstoffen was stilgevallen waardoor er steeds minder krachtvoer voor koeien ter beschikking kwam en dat was weer nadelig voor de opbrengst van melk en vlees. Maar ook doordat er vele andere importproducten waren weggevallen werd er vanuit de bevolking een steeds groter beroep gedaan, op de gehele landbouwsector, om de voedselvoorziening veilig te stellen.
Via een bonnenstelsel werd het voedsel verdeeld.
Ook de bezetter eiste een steeds groter deel van de productie op. Al met al had dit veel impact op de landbouwsector om toch onder zware omstandigheden voedsel voor de bevolking te kunnen produceren.
In het laatste half jaar van de oorlog was Nederland verdeelt. Het gebied onder de rivieren was reeds bevrijd en boven de rivieren was nog bezet gebied. Voedsel was er bijna niet en dit half jaar ging in als “de hongerwinter”.
Nederland en bijna ook heel Europa kwamen ontredderd uit de WO 2. De voedselproductie was voor 60 procent gedaald en de ontwikkeling had inclusief de dertiger jaren meer als 15 jaar stilgestaan, er was niet meer geïnvesteerd in machines, techniek en gebouwen.
Na 1945 begon de jaren van wederopbouw, de oorlogsjaren waren voor zeer veel mensen zeer zwaar geweest. Maar er kwam weer perspectief. Al spoedig probeerde het bedrijfsleven weer op te starten.
Zo ook de landbouwsector, van de overheid kwamen nieuwe initiatieven om de sector op een hoger plan te brengen. Lagere, middelbare en hoger onderwijs werd gestimuleerd. Veel leerlingen van het hoger onderwijs gingen werken als landbouw voorlichter. Deze mensen gaven adviezen aan de boeren over bemesting, voeding en veredeling van gewassen maar stonden ook de boeren bij in hun administratie. Na de 5 jaar tekort aan voedsel streefde men ernaar om de landbouw te stimuleren voor meer productie van voedsel tegen een redelijke prijs voor de consument.
Amerika nam ook het initiatief om Europa weer op poten te zetten. Men had geleerd van de fouten die gemaakt zijn bij de afloop WO 1 waarbij de verliezer, Duitsland, in een berg van schulden verzeild was geraakt. Er werden aan de verliezer enorme zware sancties opgelegd door het vredesverdrag van Versailles op 28 juni 1919. Zo moest Duitsland herstelbetalingen doen in de form van machines, boten, Duitsland geraakte veel grondgebied kwijt en moest alle koloniën inleveren. Dit heeft enorm veel onvrede gebracht en Hitler (aan de macht sinds 1930) profiteerde daarvan en nam revans en stortte Europa in 1940- 1945 in WO 2 met alle gevolgen van dien.!!
Dit mocht nooit meer zo gebeuren!!
De Amerikaanse Minister Marchal kwam met een hulpplan voor vriend en vijand. Echter niet voor de Oostbloklanden. Het Marchal Plan gaf een enorme impuls aan de politiek en bedrijfsleven. Miljoenen dollars kwamen ter beschikking, zowel voor vriend als voor vijand. Wat er na WO 1 was gebeurd met de totale ontmanteling van Duitsland (het hart van Europa) en de ontreddering daarna dat mocht niet meer gebeuren.
Ook de agrarische sector profiteerde van de hulp want de eerste levensbehoefte, voedsel, moest worden veiliggesteld. De veehouders haakte hierop in en kregen dus subsidie voor het ver moderniseren van hun bedrijf structuur.
De ontwikkeling hulp was gericht op allerlei fronten Zo werden er proefboerderij opgericht voor onderzoek op het gebied van voeding, betere huisvesting, fokprogramma’s enz. enz. Er ontstonden diverse fok verenigingen, dit was om de via fokkerij de veestapel te verbeteren en te veredelen door de beste stier te kruisen met de beste koe om zo sterkere dieren te krijgen met een goede productie. Zo’n fokprogramma gaat langzaam en vraagt soms tientallen jaren voor een goed resultaat. Het ‘Stamboek” werd opgericht voor een goede registratie van de geschiedenis en herkomst van koe en stier, dit om het raszuiver te houden en te zorgen dat de beste stier bij de juiste koe past.
In de zestiger jaren van de vorige eeuw werd de kunstmatige inseminatie ontdekt en ingevoerd. Nu kon men met het sperma van 1 bepaalde stier honderden koeien bevruchten. Hiermee bereikte men veel sneller goede resultaten. In betrekkelijk korte tijd werd de gemiddelde productie van de veestapel aanzienlijk verhoogd. Er waren verschillende stieren ter beschikking die speciaal op vlees of op melkproductie gericht waren.
Zo rond 1970 werd de z.g. Club van Rome opgericht dat was een organisatie van tientallen onderzoekers, technocraten en zakenmensen, gestart met 34 maar na vier jaar bestond de club uit ca. 68 personen. De Club van Rome probeerden een visie te geven op het toekomstige leven op de aarde, op het gebied van de toename wereldbevolking, voedselproductie en industrialisatie en de uitputting van diverse aardse grondstoffen. In 1972 werd een rapport uitgebracht “Grenzen aan de groei”. Dit rapport bracht veel onrust. De NRC omschreef het met een “Ramp bedreigt de wereld” Als alles en iedereen doorgaat met het leven op de manier waarop dat nu gebeurt, dan komt er over 25 jaar een geweldige catastrofe. De voedselnood lag voor de deur.!!! De enige vraag daaromtrent is of de catastrofe wordt veroorzaakt door honger, door uitputting van essentiële grondstoffen of door vervuiling van de aarde. Er zijn – nu- ingrijpende maatregelen nodig om dat onheil te voorkomen.!!!
Uiteindelijk is er van de voorspelling van de Club van Rome niets uitgekomen!!!
Dit rapport bracht veel gemoederen in bewegen maar het zette de overheid aan om ook o.a. de voedselproductie verder te stimuleren want dat is toch de eerste levensbehoefte.!
De landbouwsector werd gestimuleerd met subsidies voor de vermodernisesring en verbetering van hun bedrijfscultuur
De veehouders speelden hierop in en door alle voorgaande ontwikkelingen steeg de productie zo snel dat er zo rond 1980 zelfs te veel zuivel werd geproduceerd. De boter berg ontstond, er werd te veel boter geproduceerd en de export stagneerde. Koelhuizen werden afgehuurd voor de opslag en toen die vol waren werd er boter tegen een zeer gereduceerde prijs naar Rusland verzonden.
Dit kon zo niet door gaan en nu werden er maatregelen genomen om de zuivelproductie in te perken. Voor de veehouders werd een melkquotum in gesteld gericht op de ha land die men bezat.
Zo rond 1970 kwam er een nieuwe trend voor het bouwen van veestallen. De loopstal of ligboxenstal begon zijn opmars, dus het traditionele vast staan van de dieren op de stal in de winter ging verdwijnen. Als de koeien van een traditionele stal in een loopstal kwamen ging de productie gelijk omhoog van ca.1000 kg. per lactatieperiode. De dieren voelen zich happy door zich het hele jaar te kunnen bewegen. Dit in tegenstelling met een ‘grup stal” waar de koeien de gehele winter vast stonden. (Aangebonden)
Voor de boer waren de ligboxenstallen ook een uitkomst want deze werden voorzien van doorloop melk units en het gaf veel werk besparing. Al met al zijn deze stallen een uitkomst voor mens en dier.” Als voorbeeld een koe van rond 1950 gaf 3000 kg. melk per lactatieperiode en de koe van nu geeft 9 a 10 duizend kg. En dat is te danken aan een verbeterde huisvesting, fokkerij en goede voeding.
De veehouder kan met de ligboxenstal nu een goede keus maken in zijn bedrijfsvoering: B.v. De koeien in de stal houden en dan vers gemaaid gras voeren. (Zeer efficiënt). De eerste helft van het seizoen in de loopstal en daarna volledige weidegang. Of het gehele seizoen een volledige weide gang. De veehouder kan nu kiezen in diverse opties om zijn bedrijf uit oefenen waarbij het veiligstellen van de winter voorraad essentieel is. Ook wordt er rekening gehouden met het broedseizoen van de weidevogels
De veehouderij maar eigenlijk de gehele agrarisch sector heef na het verhaal van “De Club van Rome” enorm geïnvesteerd. Nieuwe culturen werden uitgebouwd zoals b.v. de bloembollensector, de tuin bouw, graszaad en groente veredeling enz. Ook de technische kant van al deze bedrijven gingen mee in de ontwikkeling.
Er ontstond een schaal vergroting en vele kleine bedrijven zijn weggevallen en opgegaan in grotere eenheden. Voor de financiering van de investeringen was dat ook noodzakelijk.

Nederland kreeg een goede naam in het buitenland op agrarisch gebied zowel gericht op de dieren maar ook op de technische zijde van de sector. Dit is niet allemaal van zelf gegaan. Er is veel arbeid, kapitaal en onderzoek gedaan naar op een verantwoorde manier van voedsel produceren.
Mensen realiseren het zich niet, maar in wezen is het een klein wonder dat dat er iedere dag ruimvoldoende zuivelproducten en andere levensmiddelen in de supermarkten liggen. Soms lijkt wel het tegendeel. Er is veel kritiek op de veehouderij, zij stoten te veel stikstof en Co 2 uit, zijn niet milieuvriendelijk en het dierenwelzijn is in het geding. En dan hoor je de kreet van we willen “eerlijk” voedsel. Dat geeft het gevoel dat het nu dus niet goed of oneerlijk is.!! En wat is dan eerlijk???
De overheid speelt in op het sentiment en onkunde van de buitenstaander en wil de veehouderij hervormen en een deel bedrijven opkopen zodat er bij de natura gebieden minder stikstof uitstoot is. De reden is vergrassing van het heidegebied. Die paar grassprieten die er groeien doen geen kwaad, we hebben daarvoor de schapen. Die eten de grassprietjes graag en geven als herkauwer ook weer melk en wol voor terug.
De veebedrijven moet zgn. “kringloop” structuur toepassen. Uitsluitend het voedsel voor het vee op eigen bedrijf produceren. Dit is op zich gewoon niet haalbaar, dat ging 100 jaar terug wel maar de hoogproductieve dieren van nu hebben krachtvoer nodig. Zo niet dan zal de melkproductie enorm gaan dalen met alle gevolgen van dien zowel financieel als dat er minder product ter beschikking komt voor de consumptie en ook de export zal grotendeels verdwijnen. Ook het dierenwelzijn komt in geding.
Het zijn mooie kreten en er worden, door milieuactivisten, halve waarheden verteld en het onkundige publiek loopt en denkt daarin mee en geeft dan zijn oordeel gestoeld op emotie.
Maar het is gewoon volksverlakkerij en geeft veel schade aan het boerenleven en ook aan onze economie.
Na WO 2 heeft niet allen de veehouderij maar de gehele Agrarische sector een enorme positieve ontwikkeling doorgemaakt. Er is heel veel in arbeid, kennis en economie geïnvesteerd en dat is niet vanzelf gegaan. In deze sector zijn de meeste bedrijven familiebedrijven en zij hebben zich tientallen jaren ingezet tot datgene wat wij nu hebben. De veehouderij kan trots zijn wat zij de afgelopen 50 jaar hebben gepresteerd. In Nederland is een moderne en verantwoorde veehouderij ontstaan. In het kielzog daarvan zijn ook de hoogwaardige bedrijven zoals de zuivelfabrieken, de veevoederfabrieken en de machine-industrie meegegaan. De zuivelproducten, bloembollen, bloemen, machines en aanverwante producten worden wereldwijd geëxporteerd. Men moet goed beseffen dat dit bijdraagt aan onze welvaart, onze verzorgingsstaat waar we zo trots op zijn.!!!!
De landbouw in zijn geheel zorgt er voor dat iedere morgen de schappen weer vol liggen met goed voedsel voor bijna 17.5 miljoen mensen. In wezen een wonder. Maar de beloning van de maatschappij is dat de veehouderij de grote vervuiler is van ons klimaat met zijn stikstof en methaan uitstoot. Ook dat is schromelijk overdreven.

Daarom zijn de boeren boos om al datgene wat door de jaren heen, met hard werken, is verworven niet meer publiekelijk wordt gewaardeerd.

Stikstof crisis bestaat die????

De stikstof crisis bestaat alleen in Nederland.

Ons land als geheel kent geen stikstofcrisis. Onze buurlanden hebben er nog nooit van gehoord. De stikstof uitstoot is sinds de jaren 90 gehalveerd. !! Nederland heeft zichzelf in nesten gewerkt door de regels zo te maken dat men er geen kant meer mee uit kan.
Het is een bestuurlijke kwestie.!!!
Ons dicht bevolkt land kent geen vrije natuur. Ons land heeft aangeharkte en deels aangelegde natuurparken en als daar een grassprietje of meer of minder op groeit dan is er nog niets aan de hand. Voor echte vergrassing van onze heidevelden, dat altijd al heeft plaats gevonden, daar hebben we onze schapen voor. Als sinds eeuwen trekken schaapskuddes over onze heidevelden om de grassprieten weg te vreten. Als herkauwer maakt het schaap daar weer nuttige producten van voor de humane sector zoals wol, vlees en melk. Wat is stikstof en ammoniak eigenlijk?? Er zit 79.9 % stikstof in de lucht, 18.5 % zuurstof, 0,04 % koolstofdioxide (CO2) en waterdamp. Stikstof is de voedingsstof voor planten die het opnemen uit de bodem en er zijn vlinderbloemige planten die stikstof uit de lucht opnemen. Zoals klavers, erwten en bonen maar ook luzerne en lupinen. Stikstof is belangrijk voor eiwit vorming in de planten ook DNA van mens en dier wordt er mee gemaakt. Ammoniak (NH3) is stikstofgas, bestaat naast stikstof uit waterstof (NH2) weegt 65 a 70 % van de lucht, is zeer vluchtig. Op 400 meter van de bron; de stal, composthoop en riool is het niet meer te meten. De stikstof voegt zich bij de stikstof in de lucht en waterstof doet het hetzelfde. Om te weten hoe hoog de emissie en de neerslag van ammoniak is zijn er berekeningen ontwikkeld waarmee de neerslag van ammoniak in de natura 2000 gebieden wordt berekend. Deze berekeningen staan ter discussie omdat metingen in genoemde gebieden geen ammoniak aangeven. Wetenschappelijke rapporten zijn grotendeels gebaseerd op aannames en weinig op feitelijke informatie. Van exacte schade aan natura 2000 gebieden door ammoniak is nog niets gebleken. Einstein zei “Een probleem kan men niet oplossen met de denkwijze die het heeft veroorzaakt.”

Opgesteld door J. Zeeman
0651566660

terug naar lezingen 2023 en 2024.